Blondie & Blinkie
Rue des Capucins 15, 1000 Bruxelles, Belgium
Blondie en Blinkie zijn halfbroers en ze reizen de wereld rond. In hun negende avontuur, gepubliceerd in 1955, moeten ze een Marsupilami vangen, een denkbeeldig dier dat hier slechts een bleke kopie is van zijn Palombiaanse neef die André Franquin een paar jaar eerder had gecreëerd. Hier wordt de Marsupilami, die met zijn kenmerkende lange grijpstaart, kracht en intelligentie een mooie toekomst heeft in de Belgische strips, gereduceerd tot een domme gulzigaard.
De bedenker van Blondie en Blinkie, Joseph Gillain, ofwel Jijé (1914-1980), liet zich aanvankelijk inspireren door de destijds enorm succesvolle avonturen van Kuifje, maar later nam hij daar afstand van nadat hij “enigszins geschokt was door het paternalisme van Kuifje in Congo, waarin de blanken duidelijk superieur lijken te zijn aan de zwarten” (interview uit 1975[1]). Daarop besloot hij om Blondie en Blinkie te maken, dat vanaf 1939 werd gepubliceerd in de katholieke kinderkrant Petits Belges. Blinkie, de zwarte hoofdrolspeler, is het dominante personage van het stripverhaal: “Hij is vaak scherpzinniger dan Blondie, die zichzelf soms nogal graag hoort praten”, aldus Jijé. Een dergelijke rolverdeling in een strip was zeldzaam voor die tijd, zowel in België als in het buitenland.
Op het einde van de jaren 30 was het grootste deel van Afrika gekoloniseerd door een handvol Europese mogendheden, waaronder België, dat Belgisch Congo en Ruanda-Urundi (nu de Democratische Republiek Congo, Rwanda en Burundi) exploiteerde. Hoewel Jijé veel heeft gereisd, is hij nooit in Afrika geweest en is hij ondergedompeld in een klimaat waarin de kolonisering en de zogenaamde ‘beschavingsmissie’ werden gelegitimeerd. Afrikanen worden afgeschilderd als grote kinderen, ze krijgen groteske fysieke en psychologische kenmerken toebedeeld en worden beschreven als minder intelligent dan witte mensen, maar wel grappiger. Jijé voert Blinkie dan wel op als de gelijke van Blondie en een echte held, maar hij ontsnapt niet aan de racistische denkbeelden van zijn tijd, te beginnen met de namen van de personages en hun karikaturale trekken die de traditionele stereotypes versterken.
Scenarioschrijver: Jijé (1914-1980) – Franquin (1924-1997)
Tekenaar: Jijé (1914-1980)
Gecreëerd in het jaar: 1939
Twee platen uit het album Blondie en Blinkie ontdekken de vliegende schotels (1956)
[1] Interview door Jean-Maurice Dehousse, Jacques Hansenne en André Leborgne, gepubliceerd in Ran Tan Plan nr. 33, herfst 1975. Transcriptie verstrekt door François Deneyer op 15 december 2021.