De Beverpatrouille
Rue Pieremans 47, Brussels, Belgium
Valk probeert deze gevel af te schilderen, terwijl Tapir de clown uithangt aan de voet van de ladder. De twee scouts maken deel uit van de beverpatrouille, die nog drie andere leden telt: Veulen, Kat en Vlieg. De muurschildering is te zien in het hart van de historische en volkse wijk Marollen, en er worden Brusselse kinderen op uitgebeeld, net zoals op andere werken in de buurt: Jojo, Bollie en Billie of Steven Sterk.
De Beverpatroelje, getekend door MiTacq en geschreven door Jean-Michel Charlier, verscheen in 1954 in het Journal de Spirou/Robbedoes. MiTacq, geboren in Brussel in 1927, studeerde aan de kunstacademie Saint-Luc en werkte als illustrator voor scoutsmagazines (Plein jeu, Piste, Carrefour). Maar al snel moest hij zijn studie staken om in het schildersbedrijf van zijn familie te gaan werken, een job die hij haatte, zoals hier op de muurschildering te zien is. Daarnaast bleef hij tekenen, en hij deed verschillende voorstellen voor een serie over een scoutspatrouille. Pas in 1953 had hij hier succes mee, toen het agentschap World Press aan uitgeverij Dupuis voorstelde om zijn project te publiceren. De striptekenaar werkte toen samen met de ervaren Luikse scenarist Jean-Michel Charlier. Hun samenwerking duurde tot 1980, met de publicatie van Op zee gevangen in het tijdschrift Robbedoes. MiTacq zette de serie vervolgens alleen voort (soms met hulp van een scenarist) tot 1993.
Hij was zelf voormalig scoutsleider, en in De Beverpatroelje beschrijft hij vijf tieners van 13 tot 15 jaar die door de natuur trekken terwijl ze op kamp allerlei onderzoeken oplossen. De serie, die soms wordt vergeleken met De Vijf (1942), beschrijft de ‘boy scout’-mentaliteit van kameraadschap, vindingrijkheid, goede daden en moraal. De verhalen van de jongens spelen zich af in een zeer mannelijke setting, in navolging van de scheiding tussen jongens en meisjes in verschillende groepen bij de scouts.
In de jaren zestig zorgden het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie en maatschappelijke ontwikkelingen voor veranderingen bij de scouts. De Belgische katholieke scoutsfederatie begon in 1964 met de pioniers, om in te spelen op de sociale vraagstukken van die tijd. Vanaf De trip met de autobus (1965) verruilden de Bevers hun blauwe shirts voor rode pioniershemden. In de jaren zeventig verschenen er gemengde scoutsgroepen (hoewel er ook nu nog veel niet-gemengde scoutsgroepen bestaan in België). In 1979 losten de Bevers een mysterie op samen met een patrouille gidsen in Op zee gevangen.
In de twintigste eeuw was er in België een sterke verwevenheid tussen jeugdstrips (vooral Kuifje en Robbedoes), de scouts en het katholieke onderwijs. Ze maken allemaal deel uit van dezelfde dynamiek, en tonen het belang van de katholieke zuil in België. In die zin vertegenwoordigt De Beverpatroelje een christelijk en zelfs royalistisch ideaal, zeker wanneer ze een koning terug op de troon zetten in De verborgen kroon (1964).
Scenarioschrijvers: Jean-Michel Charlier (1924-1989), MiTacq (1927-1994)
Tekenaar: MiTacq (1927-1994)
Uitgeverij: Dupuis
Jaar waarin De Beverpatroelje werd gecreëerd: 1954